ILLUSTRATIE & ANIMATIE

Menu

Filter

Social

GROTE LEPEL

Soms word ik overvallen door een gevoel van eenzaamheid. Ik lig in bed en heb het koud. Mijn voeten zijn niet warm te krijgen en het is nog niet eens winter. Ik ga mijn bed uit op zoek naar een paar dikke sokken. Dat helpt. Langzaam word ik weer warm. Op zo’n moment verlang ik wel eens weer terug naar mijn oude leven. Elke avond lekker tegen je eigen kacheltje aankruipen. Ik moet dat niet idealiseren, want zo lekker was dat kacheltje de laatste jaren ook niet meer.

Ik ben nu heel blij dat ik mijn eigen plan trek en mijn eigen boontjes dop. Wat ik wel een beetje raar vind is dat ik mijzelf hierbij blijf verrassen. Voor mijn gevoel zou dat niet zo moeten zijn. Ik ben een volwassen vrouw en ik weet hoe alles werkt. Maar als ik aan het einde van de maand weer alle rekeningen heb betaald ben ik toch weer verbaast. Over mezelf, dat het me weer gelukt is. Dat klinkt heel vreemd maar zo voel ik dat. Ik heb nu pas het gevoel dat ik volwassen aan het worden ben. Op mijn eenenvijftigste.

Een paar maanden geleden heb ik mijn eerste auto gekocht. Natuurlijk niet echt mijn eerste, maar wel mijn eerste die ik helemaal alleen en van mijn eigen geld heb gekocht. Ik voelde me net een puber, uitgevlogen uit het ouderlijk nest. Mijn oudste zoon was mij net voor. Hij had een paar maanden daarvoor zijn eerste auto aangeschaft. En vandaag is mijn dochter er weer mee vandoor. Met mijn auto dan, want die van haar broer krijgt ze voor geen goud mee. Voor het eerst alleen op de snelweg, twee uur rijden. Alles ging goed, godzijdank, ondanks de zware windstoten. Je moet vertrouwen hebben, loslaten. Ze heeft tenslotte niet voor niks haar rijbewijs gehaald.

De eenzaamheid die ik soms voel heeft niks met alleen zijn te maken. Want alleen voel ik me niet. Ik heb drie heerlijke kinderen die om de week bij mij zijn en genoeg aandacht vragen. De andere week zijn ze bij hun vader en daar kan ik ondertussen ook weer met volle teugen van genieten. Het eerste jaar vond ik dat echt lastig. Ik wilde geen moment alleen zijn en deed er ook alles aan om dat niet te hoeven. Mijn lieve vriendin vroeg me vaak te eten bij haar thuis en haar gezin. Ze was echt een rots in de branding. En dat is ze nog steeds. Ik heb weer geleerd om mijn familie te bellen als ik ze nodig heb. En de Tinderapp hielp ook een handje om lege gaten op te vullen.

De drang om alles vol te plannen is nu verdwenen. Ik geniet van mijn werk, mijn sport, van een avondje uit met vrienden. En ik geniet ook van een avond alleen op de bank. Iets koken voor mezelf. Dat vond ik niet eenvoudig, want wat vind ík nou echt lekker? Ik was zo gewend om te koken voor het gezin. Het liefste iets wat niet al te veel gemekker opleverde, gezond was en makkelijk naar binnen ging. Bijna elke avond was het raak. ‘Wat eten we mam?’ En dit werd opgevolgd door ‘Hè gatver, kunnen we geen pannenkoeken eten?’ Alleen iets met een P is lekker, de rest is vies. Je verliest het plezier in koken en bent vooral lastige kinderen aan het vermijden. Het voordeel was wel dat ik doordeweeks geen wijn meer dronk. Want ik ben een gezelligheidsdrinker. En eten met kleine kinderen is niet gezellig. Koken is nog steeds geen hobby van me, dus van opwarmen geniet ik waarschijnlijk nog meer. En van de kookkunst van anderen.

Na het eten zit ik op de bank, lekker met een kop latte macchiato en chocola. Want ja, bij koffie hoort altijd chocola. Ik voel me gelukkig maar diep van binnen toch eenzaam. Een heel raar gevoel, ik kan het niet goed plaatsen. Want ik ben niet eenzaam. Mis ik dan een relatie? Iemand die naast mij op de bank zit? Als ik nadenk over de gevolgen van een nieuwe relatie, weer rekening houden met iemand, afspreken wanneer je elkaar ziet, en in mijn geval, het bewaken van je eigen grenzen en zorgen dat je niet weer het leven van een ander gaat leiden. Ik word al moe als ik er aan denk. Wat is het dan wel wat ik mis?

Ik heb het al eens eerder omschreven aan mijn vriendin. Wat ik nog het meeste mis uit mijn huwelijk is het gevoel van veiligheid. Het gevoel dat iemand er altijd voor je is. Onvoorwaardelijk. Ik heb pas een boek gelezen die dit gevoel precies uitlegt. Het is de basisveiligheid die je als kind voelt bij je ouders. Ik weet nog precies hoe dat voelt. Tijdens het buiten spelen val je heel hard op je knie en met een bloedende schaafwond ren je naar huis, zonder een traan te laten. Zodra je binnenkomt en je ziet je moeder beginnen ze te stromen. Want je voelt het, hier ben je veilig.

Het boek legt uit dat je dit gevoel van veiligheid, als je volwassen bent, zoekt bij een partner. Veilige hechting,  iedereen zoekt dat en wil dat. Ineens begreep ik mijn gevoel. Dat is wat er zo diep van binnen zit. Ik wil me weer veilig voelen bij iemand. En dat hoeft echt niet te betekenen dat die persoon elke avond naast mij op de bank zit. Liever niet eigenlijk. Maar hij moet er wel altijd voor mij zijn. Ook midden in de nacht, als ik niet kan slapen. Of als ik in de regen een lekke band heb met mijn fiets. Of als ik mijn cv-ketel moet bijvullen en vervolgens alles onder water zet. Dan wil ik kunnen bellen en heel hard ‘help’ roepen. En hij hoeft niet eens direct te komen. Alleen maar luisteren en zeggen dat alles goed komt. Dat hij er voor mij is. En ik voor hem. En dat ik hem ook af en toe als kacheltje mag gebruiken in bed. Mijn ijsvoeten tussen zijn warme benen en mijn koude handen op zijn warme buik. Iets vaker dan af en toe mag ook. Lepeltje lepeltje. En dan ben ik de grote lepel.